Hij werd geboren in 673 in een adellijke familie in Engeland. Winfried was zijn naam. Om hem een goede opleiding te bieden stuurde zijn vader hem vanuit Wessex naar het Benedictijnerklooster Exeter. Zijn latere vorming ontving hij in het klooster Nursling. En niet zonder resultaat. Zijn intellectuele capaciteiten leken hem voor te bestemmen voor de functie van abt of minstens gezaghebbend theoloog. Winfried had echter andere ambities. Al spoedig bleek hij voorrang te geven aan een droom die hem bezielde: de missionering van het vasteland. Hij wist van zijn landgenoot Willibrord die in Utrecht leiding gaf aan de kerstening van de Lage Landen. In 716 stak hij dan ook het Kanaal over en belandde hij in Wijk bij Duurstede. Maar de Friese koning Radboud weigerde toestemming te geven voor de verbreiding van het christendom, de godsdienst van de Franken, die hij kort geleden verslagen had.
Een illusie armer keerde Winfried terug naar Engeland, waar hij al spoedig tot abt gekozen werd. Een mooie uitdaging leek het, maar deze nieuwe opdracht gaf hem geen rust. In 718 vertrok hij met een groep pelgrims naar Rome. Hij bood paus Gregorius II zijn diensten aan, die hem Duitsland als arbeidsterrein aanwees, met name de streek van Thüringen. Terug in onze streken zou hij, volgens een oud verhaal, zelfs in Alphen gemissioneerd hebben. Hij preekte kort onder de Friezen en vertrok toen naar Hessen, waar hij met groot succes het pastoraat uitbouwde. Naar Rome geroepen werd hij tot bisschop gewijd en ontving de naam Bonifacius (“hij die goed doet”). Daar in Midden Duitsland legde hij de basis voor “2000 jaar christelijke kerken” in West Europa. Hij organiseerde de kerkopbouw, richtte bisdommen op, stichtte kloosters, hervormde de Frankische kerk en zuiverde de leefstijl van de geestelijken.
Hen werd verboden wapens te dragen, op jacht te gaan, oorlog te voeren en met een vrouw te leven.
Ga er maar aan staan Willibrord wilde hem graag als aartsbisschop in Utrecht, maar Bonifacius bleef trouw aan zijn opdracht. Ook al was zijn job zwaar door de tegenwerking die hij ondervond. Veel steun kreeg hij van de paus en van zijn Engelse vrienden. Rust en inspiratie vond hij telkens weer in zijn geliefde klooster in Fulda.
Toch had zijn droom, de bekering van de Friezen, hem niet losgelaten. Op hoge leeftijd kwam hij terecht in het Salvatorklooster in Utrecht. Niet om alleen maar te bidden. De droom om een missioneringreis onder de Friezen te mogen ondernemen, maakte hem nog steeds onrustig. Met een groep medewerkers reisde hij in 754 naar Friesland om het Vormsel toe te dienen aan nieuwe christenen. Maar ze werden met veel vijandigheid ontvangen door een grote groep Friezen. Bonifacius en met hem veel medewerkers werden vermoord. In Dokkum eindigde het lange leven van een diepgelovige pastor, die nadrukkelijk zijn stempel had gedrukt op het christendom in het Westen. Zijn lichaam werd na veel omzwervingen begraven in zijn geliefde Fulda in 755. Zijn kerkelijke feestdag is op 5 juni.